Skip to content

Medicatie bij diabetes

Insuline zorgt er juist voor dat glucose uit het bloed wordt opgenomen. Bij diabetes reageert het lichaam minder goed op insuline waardoor glucose in het bloed blijft of maakt het helemaal geen insuline meer aan. Wat resulteert in een te hoog bloedsuiker. Er zijn medicijnen die het lichaam helpen om de suiker beter te reguleren. Hieronder staan de medicijnen met uitleg over werking en gebruik

Metformine

Dit medicijn werkt bloedsuikerverlagend op drie manieren:

  1. Verminderd glucoseproductie in de lever;
  2. Het maakt het spierweefsel gevoeliger voor de opname van glucose, het gebruik en de opname nemen toe;
  3. Het medicijn remt de opname van glucose in de darmen en de eetlust

Het gebruik is eenvoudig, neem het tablet in met water bij voorkeur ’s avonds voor het beste effect

Mogelijke bijwerkingen van dit medicijn zijn o.a:

  • Maag-darmklachten;
  • Verminderde eetlust.

(Apotheek.nl, z.d.)

Gliclazide

Dit medicijn verlaagd ook de bloedsuiker, die doet dit door de alvleesklier te stimuleren om insuline af te geven aan het bloed. Meer insuline betekent een betere en snelle opname van glucose uit het bloed en daarmee een lagere bloedsuiker. Bijwerkingen zoals maag-darmklachten en hypoglykemie zijn veelvoorkomend bij dit medicijn

GLP-1-receptoragonisten

Dit is een incretine hormoon afkomstig uit de dunne darm die de alvleesklier stimuleert tot afgifte van insuline met als effect een verlaging van de bloedglucose. Daarnaast remt het de afgifte van glucagon, wat ervoor zorgt dat de maag lediging vertraagt en de eetlust vermindert.

De medicatie wordt via de buik ingespoten in de darmen aangezien de maag dit hormoon afbreekt

(Zorginstituut Nederland, z.d.)

Insulinetherapie

Hebben de bovenstaande medicijnen én voeding- en beweegadvies niet het gewenste resultaat bij diabetes type 2? Dan wordt insulinetherapie ingezet.

Bij diabetes type 1 ben je afhankelijk van insuline. De insuline wordt ingespoten of via een insulinepomp toegediend. Er zijn verschillende soorten insuline, ieder met een andere werking:

  • Ultrakortwekende insuline, werkt binnen 1-2 uur en werkt 4-5 uur;
  • Kortwerkende insuline, neemt men 15-30 min voor de maaltijd en werkt 6-8 uur;
  • Middellangwerkende insuline, wordt langzaam opgenomen en werkt 10-12 uur;
  • Langwerkende insuline, zeer langzaam opgenomen en werkt 18-24 uur;
  • Mix insuline, wordt 2x per dag genomen voor het ontbijt en de avondmaaltijdOm er zeker van te zijn dat de insuline op de juiste manier gebruikt worden en zijn werk doet wordt de patiënt ingesteld door de arts of diabetesverpleegkundige. Er bestaat geen standaarddosering, elk lichaam reageert anders

(Diabetesfonds, z.d.)