Skip to content

Diabetes type 1 & 2

Diabetes type 1

Glucose uit de voeding komt via de darmen in het bloed. Het is de brandstof voor de cellen. Bij type 1 maakt de alvleesklier geen insuline aan. Insuline is als het ware de sleutel die de celdeuren opent en glucose binnenlaat. Bij een gebrek kan glucose niet opgenomen worden in de cellen en dus ook niet omgezet worden in energie. Hierdoor stijgt de bloedsuiker. Als je diabetes type 1 hebt ben je afhankelijk van insuline-injecties

(Diabetesfonds, z.d.)

Diabetes type 2

Bij deze variant maakt de alvleesklier minder insuline aan of werkt de insuline minder goed. In beide gevallen zorgt het wederom voor een hoge bloedsuiker. Factoren zoals overgewicht, ongezond eten, weinig lichaamsbeweging, ouderdom of roken vergrootten de kans op type 2 diabetes.

Het wordt behandeld met medicatie: Metformine of Gliclazide, daarnaast is een gezonde leefstijl van belang om de bloedsuiker omlaag te krijgen en te houden

(Diabetesfonds, z.d.)

Insulineresistentie

Glucose komt via de darmen in het bloed. Insuline is een hormoon die afgegeven wordt door de alvleesklier aan het bloed. Insuline kan gezien worden als de sleutel die toegang geeft aan glucose om in de cellen te komen en energie te geven. Opname in de cellen betekent ook een lager bloedglucose want het is weg uit de bloedbaan. Bij insulineresistentie worden cellen minder gevoelig voor insuline. Insuline werkt dan minder goed, met als gevolg een te hoog bloedsuiker. Duurt dit te lang dan is de kans aanwezig op het ontstaan van diabetes type 2.

(Verkoelen, 2019)

Hypoglykemie

Bij een bloedglucose onder de 4 mmol/L is er sprake van hypoglykemie. Dit betekent dat er te weinig glucose in het bloed zit. De oorzaak hiervan is te weinig eten, lichamelijke inspanning zonder voldoende koolhydraten of teveel actieve insuline in het lichaam, hierdoor wordt al het glucose opgenomen in de cellen en daalt de bloedsuiker.

Een hypo herken je aan deze klachten:

  • Zweten
  • Trillen
  • Hartkloppingen
  • Hoofdpijn
  • Vermoeidheid
  • Hongerig zijn
  • Verlies van focus

Behandel een hypo door iets met suiker te eten bijvoorbeeld druivensuiker of limonade. Eet daarna een boterham.

(Diabetesfonds, z.d.)

Hyperglykemie

Bij een bloedglucose boven de 10 mmol/L, is er sprake van een hyper. Dit betekent dat je lichaam op dat moment geen of te weinig insuline heeft. Het lichaam wil een teveel aan suiker kwijtraken, door veel te plassen. Daarnaast helpt beweging ook, zo verbranden de spieren de bloedsuiker. Als iemand insuline gebruikt, spuit je meestal bij. Doe dit in overleg met uw begeleider/arts.

Een hyper herken je aan deze klachten:

  • Veel plassen
  • Dorst hebben
  • Vermoeidheid en lusteloos zijn
  • Geen eetlust of juist hongerig
  • Wazig zien
  • Misselijk zijn of overgeven

(Diabetesfonds, z.d.)